15 mei 2020

Update: Verlenging termijnen en schriftelijke inberaadname burgerlijke zaken

Op 28 april 2020 werd een nieuw KB gepubliceerd tot verlenging van sommige maatregelen genomen bij het KB nr. 2 van 9 april 2020 omtrent de verlenging van termijnen en de behandeling van lopende rechtszaken.
 

Verlenging termijnen.

De verlenging van de termijnen had in het eerste KB van 9 april 2020 betrekking op termijnen die verstreken vanaf 9 april 2020 tot en met 3 mei 2020.
Met het KB van 28 april 2020 wordt die periode verlengd tot en met 17 mei 2020. 

Het gaat om:

  • de verjaringstermijnen en de andere termijnen om een vordering in rechte in te stellen bij een burgerlijk gerecht (bv. dagvaarding) die verstrijken vanaf 9 april 2020 tot en met 17 mei 2020: die termijnen worden van rechtswege verlengd tot en met 17 juni 2020; en
     
  • in de lopende of nog op te starten procedures met uitzondering van de strafprocedures en de tuchtprocedures, worden conclusietermijnen, termijnen voor beroep of verzet, termijnen voor het instellen van cassatieberoep of derdenverzet die verstrijken vanaf 9 april 2020 tot en met 3 mei 2020: die termijnen worden van rechtswege verlengd tot en met 3 juni 2020.
     

Schriftelijke behandeling van burgerlijke zaken wordt tijdelijk de regel.

De schriftelijke behandeling blijft voorlopig het uitgangspunt voor zaken die voor behandeling zijn vastgesteld op rechtsdagen die plaatsvinden vanaf 11 april 2020 tot en met 17 juni 2020 (verlengd bij KB van 28 april 2020).

Het gaat om volgende gevallen:

  • alle zaken voor de hoven en rechtbanken, met uitzondering van de strafzaken, tenzij die enkel burgerlijke belangen betreffen;
  • die voor behandeling zijn vastgesteld op rechtsdagen die plaatsvinden vanaf 11 april 2020 tot en met 17 juni 2020; en
  • waarin alle partijen conclusies hebben neergelegd.

Deze zaken worden van rechtswege in beraad genomen op basis van de overgelegde conclusies en stukken, zonder mondeling pleidooi.

Partijen behouden evenwel de mogelijkheid om bezwaar in te dienen tegen een schriftelijke behandeling.
Een partij die niet kan instemmen met de schriftelijke behandeling, kan de rechter daarvan schriftelijk en gemotiveerd in kennis stellen.

Indien alle partijen bezwaar maken tegen de schriftelijke behandeling, wordt de zaak uitgesteld op onbepaalde of bepaalde datum. Indien niet alle partijen bezwaar maken, doet de rechter uitspraak op stukken. Hij kan de terechtzitting laten doorgaan, eventueel via videoconferentie, de zaak uitstellen op onbepaalde of bepaalde datum, ofwel de zaak in beraad nemen zonder mondeling pleidooi.

De beslissingen van de rechter omtrent de schriftelijke behandeling zijn niet vatbaar voor enig rechtsmiddel.

Heeft u nog bijkomende vragen of wenst u specifieke bijstand, advies of toelichting in verband met een concreet dossier?

Neem dan gerust contact op met ons kantoor: info@atriusadvocaten.be of 014/21.07.21.