28 april 2020

Update: bedrijven beschermd tegen faillissementen tot en met 17 juni

Vrijdag 24 april 2020 werd het Koninklijk Besluit n° 15 “betreffende de tijdelijke opschorting ten voordele van ondernemingen van uitvoeringsmaatregelen en andere maatregelen” gepubliceerd in het Belgische Staatsblad.

Wij zetten de belangrijkste punten even op een rijtje.

Tot en met 17 juni 2020 – deze termijn werd verlengd, voorheen 17 mei 2020 - werd een tijdelijke opschorting (het zogenaamde “moratorium”) ingesteld voor alle uitvoeringsdaden tegen ondernemingen.  Met een “onderneming” wordt elke rechtspersoon bedoeld (met uitzondering van publieke rechtspersonen) en natuurlijke personen die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefenen.

Bedrijven tijdelijk beschermd tegen faillissement

Concreet:

  • Elke uitvoering wordt opgeschort, met uitzondering van het onroerend beslag en het scheepsbeslag. Wel kan er nog steeds gedagvaard worden om een rechterlijke uitspraak te bekomen. Eveneens kan nog beroep gedaan worden op de IOS-procedure (buitengerechtelijke invordering van onbetwiste geldschulden).
  • Een onderneming kan evenmin failliet worden verklaard of ontbonden worden, uitgezonderd op verzoek van het Openbaar Ministerie of een voorlopig bewindvoerder of met toestemming van de schuldenaar zelf.
  • Betalingstermijnen opgenomen in een reorganisatieplan (WCO) worden verlengd tot hogervermelde termijn.
  • Overeenkomsten kunnen niet eenzijdig of gerechtelijk worden ontbonden wegens een wanbetaling van een geldschuld (uitgezonderd arbeidsovereenkomsten).

Geen afbreuk aan andere schulden

De regeling doet geen afbreuk aan de verplichting om opeisbare schulden te betalen, noch aan de gemeenrechtelijke sancties zoals ondermeer de exceptie van niet-uitvoering (de tegenprestatie eveneens opschorten), de schuldvergelijking en het retentierecht (een goed onder zich houden zolang een schuld niet is betaald).

Gevolg van corona

Elke belanghebbende partij kan de Voorzitter van de bevoegde Ondernemingsrechtbank verzoeken om deze opschorting geheel of gedeeltelijk op te heffen. Bij de beoordeling zal de Voorzitter rekening houden met de vraag of ten gevolge van de COVID-19 epidemie de omzet of activiteit van de schuldenaar sterk is gedaald, of er beroep is gedaan op economische werkloosheid en of de overheid bevel heeft gegeven tot sluiting van de onderneming, alsook met de belangen van de verzoekende partij.

Meer weten of specifieke vragen omtrent deze maatregelen?
Neem contact op met Atrius Advocaten!