29 oktober 2020

De toename van cybercriminaliteit binnen een digitaliserende samenleving: een overzicht.

Het moet gezegd: de digitalisering biedt onze maatschappij en ieder van ons een onnoemelijk aantal voordelen. Een onmisbaar fenomeen, zeker in deze bizarre corona-tijden waarin we met z’n allen geacht worden zoveel als mogelijk in ons spreekwoordelijke kot te blijven. Maar helaas, zoals zo vaak, is het niet al rozengeur en maneschijn. Uit de jaarlijkse criminaliteitscijfers van de federale politie blijkt dat het aantal geregistreerde feiten inzake cybercriminaliteit anno 2019 met ruim 30 procent is gestegen ten opzichte van het jaar voordien. Meer dan ooit is een verschuiving merkbaar van “offline” naar “online” criminaliteit. Cybercriminaliteit piekt, traditionele misdrijven zoals diefstal nemen af.

Cyber- of informaticacriminaliteit is een verzamelnaam voor alle vormen van criminaliteit op of via het internet. Een overkoepelende term dus voor vele individuele misdrijven, die elk afzonderlijk strafbaar worden gesteld.

Een belangrijke kentering in het Belgisch strafrecht op dit vlak kwam er met de invoering van de Wet van 28 november 2000 inzake informaticacriminaliteit, in werking getreden op 13 februari 2001.  Door middel van deze wet werden, naast de creatie van een aantal bijkomende onderzoeksinstrumenten, een aantal nieuwe strafbaarstellingen ingeschreven in het Strafwetboek, namelijk hacking, valsheid in informatica, informaticabedrog en informaticasabotage.

Hacking: de digitale inbraak

Hacking (artikel 550bis en 550ter Strafwetboek) is het ongeoorloofd binnendringen in een computersysteem. Vaak gebeurt zulke “digitale inbraak” met slechte bedoelingen, om een ander schade berokkenen of zichzelf een voordeel te verschaffen. Maar van een kwaad opzet hoeft niet noodzakelijk sprake te zijn. Ook het onopzettelijk binnendringen van een informaticasysteem dat niet of nauwelijks beveiligd is, wordt als hacking beschouwd.

Valsheid in informatica: digitale schriftvervalsing

Valsheid in informatica (artikel 210bis Strafwetboek) betreft het wijzigen of wissen van gegevens in een informaticasysteem of het gebruik van die gegevens veranderen, zodat ook de juridische draagwijdte verandert.

De naam zegt het zelf: het betreft de digitale variant van de klassieke schriftvervalsing, denk maar aan het vervalsen van kredietkaarten, digitale betalingsmiddelen of elektronische handtekeningen.

Immers bleek het traditionele misdrijf valsheid in geschriften in een digitale context lang niet altijd toepasbaar, waardoor beklaagden dreigden vrijuit te gaan. In de zogenaamde “BISTEL-zaak” van 1990 werd bijvoorbeeld geoordeeld dat het invoeren van een vals paswoord niet als valsheid in geschriften kon worden gekwalificeerd.

Informaticabedrog: verrijking via datamanipulatie

Informaticabedrog (artikel 504quater Strafwetboek) doet zich voor wanneer iemand zichzelf of een ander met bedrieglijk opzet onrechtmatig verrijkt via datamanipulatie. Voorbeelden zijn:

  • een gestolen kredietkaart gebruiken om geld uit een bankautomaat te halen;
  • op een onrechtmatige manier het krediet van een kredietkaart overschrijden;
  • programma’s in andermans systeem installeren of wijzigen om via die programma’s regelmatig betalingen te ontvangen.

Een van de meest bekende en meest voorkomende vormen van informaticabedrog heden ten dage is phishing, een online variant van klassieke oplichting waarbij de dader door middel van valse e-mails, websites of berichten “hengelt” (vandaar het Engelse woord phishing) naar persoonlijke informatie (wachtwoorden, rekeningnummers, e.d.) om vervolgens op onrechtmatige wijze gelden of goederen te ontfutselen. Het aantal (geregistreerde) gevallen van phishing bedroeg in 2019 maar liefst 80% méér dan het jaar voordien.

De website safeonweb.be verzamelt alle actuele dreigingen o.m. inzake phishing en biedt u tal van tips en tricks om veilig te surfen op internet.

Informaticasabotage of online vandalisme

Informaticasabotage (artikel 550ter Strafwetboek) ten slotte kan worden omschreven als vandalisme in een informaticaomgeving. Dit misdrijf onderscheidt zich van informaticabedrog doordat het geen verrijking tot gevolg moet hebben. Er is bijvoorbeeld sprake van informaticasabotage als iemand opzettelijk een virus in omloop brengt, of nog wanneer iemand de digitale klantengegevens van een concurrent vernietigt zonder er zelf voordeel uit te halen.

Andere vormen van cybercriminaliteit

Ook vormen van racisme, schending van auteursrechten of zedenfeiten die op of via internet worden gepleegd, vallen onder de globale noemer “cybercriminaliteit”.
 

Het moge duidelijk zijn: informaticacriminaliteit omvat heel wat meer dan men op het eerste gezicht zou denken, en zorgt tegelijkertijd voor enorme uitdagingen. In het jaar 2019 werden 33.000 processen-verbaal opgesteld wegens feiten van informaticacriminaliteit. De Veiligheidsmonitor toonde bovendien aan dat slechts 22% van de mensen die slachtoffer werden van dit soort criminaliteit daadwerkelijk aangifte deden. Wees dus op je hoede!
 

ATRIUS staat paraat om u bij te staan, als slachtoffer of verdachte. Aarzel niet om contact met ons op te nemen.

Pieterjan Heremans - Cel strafrecht