09 juni 2020

Dan toch geen retroactieve schorsing van de opzegtermijn bij tijdelijke werkloosheid wegens overmacht?

Op 29 april 2020 werd een wetsvoorstel gelanceerd in de Kamer welke tot doel heeft om een retroactieve schorsing van de opzegtermijn gedurende periodes van tijdelijke werkloosheid o.w.v overmacht in te voeren.

Principieel wordt een ontslag gevolgd door ofwel het presteren van een zgn. opzeggingstermijn ofwel de uitbetaling van een met deze termijn corresponderende vergoeding, d.i. de opzeggingsvergoeding. De te presteren opzeggingstermijn wordt normalerwijze geschorst gedurende periodes van “onderbreking” van de arbeidsovereenkomst, waaronder bv. ziekte, vakantie, tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen,…

Tijdens deze wettelijke voorziene schorsingsgronden loopt de opzeggingstermijn niet voort en wordt de termijn na afloop van deze periodes opnieuw aangevat en met een overeenkomstige duurtijd verlengd.

Evenwel werd in een overeenstemmende schorsing niet voorzien in geval van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht. Bijgevolg wordt de opzeggingstermijn in deze gevallen niet geschorst en kan deze gewoon blijven verderlopen tijdens de periodes van tijdelijke werkloosheid. De tijdelijke werkloosheid “corona” waarop thans bedrijven massaal beroep doen, vormt een dergelijke vorm van tijdelijke werkloosheid wegens “overmacht”.

Een heel aantal werkgevers maakten van deze bestaande lacune dankbaar gebruik om de ontslagkost voor de onderneming te drukken. Immers wanneer een deel van de opzeggingstermijn samenvalt met een periode van tijdelijke werkloosheid, valt de vergoeding daarvan niet ten laste van de werkgever maar van de RVA.

Het wetsvoorstel heeft tot doel om de tijdelijke werkloosheid wegens corona bij wijze van uitzondering toch te schorsen en deze lacune in de bestaande wetgeving weg te werken.

Concreet worden de  ontslaghandelingen met opzeggingstermijn, gegeven door de werkgever vóór of tijdens de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht en gelegen tussen de periode van 1 maart 2020 en 30 juni 2020, geviseerd.

Bijgevolg zou voor deze ontslagen de opzeggingstermijn – al naargelang het geval – pas ingaan, of hervat worden na afloop van de periode van tijdelijke werkloosheid.

De Raad van State fluit de Kamer nu terug en oordeelt dat deze retroactiviteit onaanvaardbaar is.

Wij houden de publicatie van de uiteindelijke wetgeving  in zijn “definitieve vorm” verder nauwlettend in de gaten.

Updates hieromtrent kan u steeds terugvinden via: https://www.atriusadvocaten.be/corona of vraag het ons!